Databronnen voor Smarty personalisatie

Bij het personaliseren van mailings met Smarty in Copernica is het handig om te weten welke variabelen beschikbaar zijn. De variabalen worden geladen vanuit verschillende databronnen, en helpen je om dynamische en gepersonaliseerde content te creëren die relevant is voor elke ontvanger. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste databronnen die je kunt gebruiken in je templates.

De belangrijkste databron: de database of collectie

De primaire bron van data in Copernica is natuurlijk de database of collectie zelf. De velden die in de database of collectie staan, kun je rechtstreeks gebruiken in je mailings. Bijvoorbeeld:

{$voornaam}, {$achternaam}, {$woonplaats}

Omdat een database in Copernica volledig naar eigen wens ingericht kan worden, zijn dit de namen van de velden die je zelf hebt geconfigureerd. Je hebt dus de vrijheid om de structuur van je data aan te passen aan je specifieke behoeften.

Data voorvoegsels

Juist doordat een database flexibel kan worden ingericht, is er een kans dat een veldnaam ook al in gebruik is voor een standaard Smarty variabele. Om het risico op dit soort conflicten te vermijden, raden we daarom aan om het voorvoegsel {$profile} toe te voegen. In plaats van {$voornaam} en {$achternaam} gebruik je dan {$profile.voornaam} of {$profile.achternaam}. De {$profile.veldnaam} variabelen worden automatisch door Copernica aangemaakt, en bevatten precies dezelfde waardes als {$voornaam} of {$achternaam}. Door het voorvoegsel is echter de kans op conflicten kleiner, en weet je zeker dat je de juiste informatie inlaadt.

En omdat Copernica een gelaagde databasestructuur kent met profielen en subprofielen, is er ook een {$subprofile} object. Met deze variabele kun je informatie van het huidige subprofiel in je mailing gebruiken.

{$profile.voornaam}, {$profile.achternaam}, {$profile.woonplaats}
{$subprofile.voornaam}, {$subprofile.achternaam}, {$subprofile.woonplaats}

Er zijn verschillende soorten voorvoegsels, die allemaal verwijzen naar data uit andere bronnen. Elke voorvoegselvariabele heeft de vorm {$voorvoegsel.eigenschap}, waarbij de eigenschappen voor elk type variabele anders zijn.

Variabelen over het huidige profiel of subprofiel

  • {$profile}: Informatie uit het huidige profiel.
  • {$subprofile}: Informatie uit het huidige subprofiel.
  • {$destination}: Informatie uit het huidige profiel of het huidige subprofiel. Dit hangt af of je mailt naar een profiel of naar een subprofiel.

Als je bij het creëren van een template of document nog niet weet of je de mailing aan een profiel of een subprofiel gaat versturen kun je het {$destination}-object gebruiken. Dit functioneert als alias van zowel het {$profile}- als het {$subprofile}-object. Zo personaliseer je de mailing automatisch aan de geadresseerde.

Meer informatie over het personaliseren voor profielen en subprofielen.

Variabelen met gegevens over de mailing

  • {$document}: Informatie over het document dat wordt verstuurd (alleen voor Publisher mailings).
  • {$template}: Informatie over de template die wordt verstuurd.
  • {$mailing}: Informatie over de mailing.
  • {$property}: Aanvullende velden gekoppeld aan een template.

Met bovenstaande variabelen kun je allerlei gegevens over de mailing opvragen.

Meer informatie over de {$mailing} variabele.

Variabelen met gegevens over opvolgacties

  • {$trigger}: Informatie over de opvolgactie die de mailing heeft opgestart.

Als een mailing wordt opgestart naar aanleiding van een opvolgactie, dan kun je de {$trigger} variabele gebruiken om informatie over de aanleiding van de opvolgactie uit te lezen.

Meer informatie over de {$trigger} variabele.

Overige variabelen

  • {$account}: Informatie over het account.
  • {$smarty}: Informatie over de Smarty omgeving.
  • {$timestamp}: De huidige tijd.

Bovenstaande variabelen zijn handig voor bijvoorbeeld het opvragen van de huidige datum of tijd.

Meer informatie over {$account}, {$smarty} en {$timestamp}.

Externe databronnen

Je kunt met Smarty ook verwijzen naar data die afkomstig is van externe databronnen. Dit kan bijvoorbeeld door XML content feeds in te laden of door te verwijzen naar koppelingen in de integraties-modules.

  • Personaliseren met data vanuit een Magento webshop: Als je een Magento webshop hebt gekoppeld, dan kun je bij het personaliseren toegang tot gegevens over producten bestellingen. Klik hier voor meer informatie.

  • Personaliseren met data vanuit externe content feeds: Met de {loadfeed} functie kun je XML data vanuit content feeds inladen. Klik hier voor meer informatie.