Personaliseren met data uit mailings

Met het {$mailing} object heb je toegang tot gegevens over een verzonden mailing. Deze variabelen maken het mogelijk om vanuit de mailing wat informatie over de mailing zelf te tonen. Deze variabele bevat zowel informatie over de mailing als geheel, maar ook informatie over het individuele bericht dat wordt samengesteld.

Beschikbare variabelen

  • {$mailing.id}: De numerieke identifier van de verzonden mailing.
  • {$mailing.sendtime}: Het tijdstip waarop de mailing is verzonden (YYYY-MM-DD hh:mm:ss formaat).
  • {$mailing.sendtimestamp}: Het tijdstip waarop de mailing is verzonden (Epoch Unix formaat).
  • {$mailing.type}: Bevat voor drag-and-drop-mailings de waarde mailing, followup, abtest of splitrun. Voor ouderwetse mailings worden de waardes test, individual of mass ondersteund.
  • {$mailing.mass}: Bevat de waarde 1 wanneer het een massamailing betreft, anders 0.
  • {$mailing.test}: Bevat de waarde 0 wanneer het een massamailing betreft, anders 1.
  • {$mailing.snapshot}: Informatie over het template-snapshot.
  • {$mailing.trigger}: Informatie over de mailing-trigger.
  • {$mailing.destination}: Informatie over de verzendselectie.
  • {$mailing.version}: De versie van de mail die wordt weergegeven (preview, mail-versie of web-versie)
  • {$mailing.part}: Bij een multi-part bericht: het huidige element van de mail.

De variabele {$mailing.trigger} is ook toegankelijk als {$trigger} en is alleen beschikbaar indien de mailing is opgestart naar aanleiding van een opvolgactie. Klik hier voor meer informatie over triggers.

Verschillende versies van het bericht

Een mailing kan op verschillende momenten worden samengesteld: natuurlijk bij het verzenden, maar ook als je in Marketing Suite het bericht aan het bewerken bent, of als een ontvanger na het ontvangen de webversie van de mail bekijkt. Als je (subtiele) verschillen tussen deze versies wilt maken, dan kun je de variabele {$mailing.version} gebruiken:

{if $mailing.version == 'preview'}
    Je bekijkt de preview-versie (tijdens het werken in Marketing Suite)
{elseif $mailing.version == 'mail'}
    De gewone versie (die naar iedereen wordt verstuurd)
{elseif $mailing.version == 'web'}
    De webversie (als iemand op de 'klik hier voor de webversie' mail klikt
{else}
    Een andere versie (komt niet voor)
{/if}

Deze variabele is vooral handig om de link naar de webversie te verbergen in de webversie zelf:

{if $mailing.version != 'web'}
    <a href="{webversion}">klik hier voor de webversie</a>
{/if}

Multi-part mailings

Veel HTML mailings worden in "multipart" formaat verstuurd. Elke verzonden bericht bevat dan een tekstversie én een HTML-versie, waardoor de ontvangende software de meest geschikte versie kan tonen. Dit is meestal de HTML-versie, maar bij oudere software of op mobiele apparaten met een klein scherm kan dit ook de tekstversie zijn. Mocht dat nodig zijn, dan geeft de variabele {$mailing.part} uitsluitsel wel onderdeel van de mail wordt samengesteld.

{if $mailing.part == 'html'}
    De HTML versie
{elseif $mailing.part == 'text'}
    De tekstversie
{elseif $mailing.part == 'amp'}
    De AMP versie
{else}
    Een andere versie
{/if}

Naast de HTML en testversie wordt er soms een derde variant in de mail opgenomen: de AMP-versie. Ook dit kun je checken met deze variabele.

Extra personalisatievariabelen

In templates en documenten kun je extra personalisatievariabelen aanmaken. Dit zijn aanvullende variabelen die je aan een template of document kunt koppelen. Dit wordt bijvoorbeeld gebruikt als je meerdere keren een bepaalde waarde in je template wilt gebruiken, en deze maar op één plek wilt invoeren.

  • {$property.voorbeeld1}: zomaar een voorbeeldvariabele.
  • {$property.voorbeeld2}: nog een voorbeeld.

De namen van de variabelen kun je vrij invoeren als je op de button "configuratie" klikt. Als je de variabelen wilt gebruiken bij het personaliseren moet je het voorvoegsel {$property} gebruiken.

Informatie over het snapshot

Copernica maakt een snapshot van een template op het moment dat je een mailing verstuurt. Hierdoor kun je de template blijven bewerken voor toekomstige mailings, zonder dat dit gevolgen heeft voor mailings uit het verleden. Een snapshot is een bevroren staat van de mailing.

  • {$mailing.snapshot}: De numerieke identifier van het snapshot van de mailing die is verzonden.
  • {$mailing.snapshot.name}: Naam van de template of het document dat is verzonden.
  • {$mailing.snapshot.created}: Het tijdstip waarop het snapshot is aangemaakt (YYYY-MM-DD hh:mm:ss formaat).
  • {$mailing.snapshot.subject}: Het onderwerp van de verzonden mailing.

Informatie over de template

Naast informatie over het snapshot kun je ook informatie over de template zelf gebruiken. In feite is dat wat minder praktisch, want tegen de tijd dat de mailing wordt verstuurd kan de template al veranderd of zelfs verwijderd zijn. We raden het gebruik van deze variabele daarom af:

  • {$template}: De numerieke identifier van de template.
  • {$template.id}: De numerieke identifier van de template.
  • {$template.name}: Naam van de template.
  • {$template.created}: Aanmaaktijdstip van de template (YYYY-MM-DD hh:mm:ss formaat).
  • {$template.lastmodified}: Laatste wijziging van de template (YYYY-MM-DD hh:mm:ss formaat).

Informatie over het document

Als je een HTML-mailing verstuurt (dus een mailing die niet met de drag-and-drop editor is gemaakt), dan werk je met een template/document-structuur. Er is dan ook wat informatie beschikbaar over het document. Ook deze variabele kun je beter niet gebruiken omdat het document al verwijderd kan zijn op het moment dat de mailing wordt verstuurd.

  • {$document}: ID van het document
  • {$document.id}: ID van het document
  • {$document.name}: huidige naam van het document
  • {$document.created}: tijdstip waarop het document is aangemaakt
  • {$document.lastmodified}: tijdstip waarop het document voor het laatst gewijzigd is
  • {$document.template}: template-object (alias voor {$template}, zie hierboven)
  • {$document.language}: taal-instellingen van het document

De variabele {$document} is alleen beschikbaar voor HTML-mailings en dus niet in mailings die met de drag-and-drop editor zijn gemaakt.

Informatie over de verzendselectie

Voor HTML mailings is er ook wat informatie voorhanden over de verzendselectie:

  • {$mailing.destination.id}: ID van de selectie
  • {$mailing.destination.name}: Naam van de selectie
  • {$mailing.destination.type}: Type selectie

De volgende types worden ondersteund: view, miniview, collection, database, viewcollectioncombination, viewminiviewcombination, profile en subprofile. Als de mailing naar een enkel individu wordt gestuurd (bijvoorbeeld bij een testmailing naar een profiel of subprofiel), dan wordt het e-mailadres als naam gebruikt.

De variabele {$mailing.destination} is alleen beschikbaar voor HTML-mailings en dus niet in mailings die met de drag-and-drop editor zijn gemaakt.